Jacob (Job) Vis (1940), Nederlands misdaadauteur. Hij werkte vanaf 1962 voor Staatsbosbeheer, onderbroken door een opleiding van twee jaar op het gebied van de bosbouw. Dertig jaar was hij districtshoofd van de Flevopolder. Vis was tot eind 1999 secretaris van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs. Vier van zijn titels werden genomineerd voor de Gouden Strop. Vaak terugkerende hoofdpersoon is inspecteur Ben van Arkel van de politie IJsselmonde.
Het debuut Prins Desi draait om een complot om de Surinaamse legerleider Bouterse te vermoorden. Het herenakkoord was gebaseerd op de ABP-affaire en in De Jacobijnen dreigen IRA-terroristen de Oosterscheldedam op te blazen. Wetland speelt zich geheel in een besloten gemeenschap van riettelers.
De bidsprinkhaan is volgens sommigen Vis’ meesterwerk. Het gaat over een de dood van een jonge vrouw – de minnares van de directeur van het slachthuis – en diens vermoedelijke zelfmoord. In diens bedrijf blijkt slachtvee te worden aangevoerd dat met verboden hormonen is behandeld. De ‘bidsprinkhaan’ is de bijnaam van de echtgenote van de overleden slachthuisdirecteur.
Toen hij een eerste versie van De infiltrant, dat over vrouwenhandel gaat, aan een politieman liet lezen, werd hij vervolgens als verdachte verhoord. De politieman kon zich niet voorstellen dat Vis het allemaal had verzonnen en zich kennelijk zeer goed in het geval had ingeleefd. Na lang praten kon Vis de man overtuigen dat deze het bij het verkeerde eind had.
De tong is een erotische ‘whodunit voor de interactieve lezer’ (je kunt het boek in verschillende volgordes lezen). Vus schreef de proloog en het ontknopingsverhaal, de tussenliggende verhalen werden geschreven door Titia van Dam, Erik ten Have, Jan Nieuwenhuizen, Bert van Nispen en Joyce Wouters.
Over Brains: Jan Peter Molenaar, alias Brains, is een zeventienjarige bendeleider die met zijn jeugdbende de stad IJsselmonde terroriseert. Brains, wiens schedel een griezelig nauwkeurige tatoeage draagt van de hersens die eronder moeten liggen, wil de grootste crimineel van Nederland worden. Om die ambities waar te maken oefent hij in alle onderdelen van de zware misdaad: drugshandel, prostitutie, afpersing en moord op bestelling. Als een nieuw bendelid bij zin initiatie een gruwelijke dood sterft, waarbij de gepensioneerde veehouder Rein Beelen ongewild betrokken raakt, komt de bende in een stroomversnelling. Brains vindt inspecteur Ben van Arkel op zijn weg naar de criminele top, maar van Arkel ondervindt onverwachte tegenstand als hij de bende op wil rollen. Hij krijgt hulp van Lynn Vos, een jonge lerares aan de Kunstacademie, die haar tien jaar jongere broer Robin uit de klauwen van Brains wil houden.
‘Ik droom wel eens dat ik iemand om zeep help. Wat me intrigeert is wat er gebeurt met hele gewone mensen zoals u en ik die iets ongewoons meemaken. Wat doet u als u getuige bent van een moord? Je verplaatsen in de geest van een moordenaar is verrassend makkelijk. Heeft u nooit eens bij uzelf gedacht: die vent maak ik kapot?’
(Op de vraag of hij er bewust voor gekozen heeft om met Wetland een ‘literaire misdaadroman’, zoals op de kaft staat, te schrijven:)
‘Ik ben een boek gaan schrijven en dat moet in Nederland altijd in een hok, onder een dak gestopt worden. En dat doen anderen eigenlijk voor je, dat doe je zelf niet.’ (Interview Radio 5, 25-6-1999)
In Het rijk van de bok legt Vis in deze kroniek het falen van onze rechtspraak bloot. Begin december 2001 heeft analist Rob Verbeek (37) een blind date. Hij hoopt dat het Sandra F. (35) is, een aantrekkelijke kraamverpleegster. De volgende avond verdwijnt hij spoorloos. Justitie arresteert Sandra’s vriend Max Spaan (57). In zijn auto zit een bloedvlekje van Ron.
Eind maart 2002 wordt Rons lichaam in een polderbos gevonden. Hoewel de lijkschouwing uitwijst dat er geen geweld is gebruikt oordeelt de rechtbank dat Max Ron levend heeft begraven en veroordeelt hem tot twintig jaar cel. Max houdt vol dat hij onschuldig is en er zijn onmiskenbare aanwijzingen dat hij gelijk heeft. De zaak ‘Verbeek’ hoort met de Puttense moordzaak en de Schiedammer parkmoord tot de meest geruchtmakende moordzaken van de afgelopen tien jaar. Dit was geen moord, maar een bizarre samenloop van omstandigheden die justitie verleidde tot een opzienbarend geval van tunnelvisie. Wat is er mis met onze rechtsstaat? Het gaat niet om de waarheid, maar om de veroordeling en om die rond te krijgen is alles geoorloofd.
Zie ook www.jacobvis.nl
Werk: Prins Desi (1987); Het herenakkoord (1990); Het hoofd (1994); Bidsprinkhaan (1994); De infiltrant (1995); De Jacobijnen (1996); De tong (1997, met Titia van Dam, Erik ten Have, Jan Nieuwenhuizen, Bert van Nispen en Joyce Wouters); Wetland (1998); Morren (2001); Brains (2002); Wij… (2005); Het rijk van de bok (2007)