Ina Bouman, Nederlands schrijfster, ex-journaliste, schreef vijf misdaadromans. De eerste vier titels hebben alle met dezelfde hoofdpersoon, de onafhankelijke kritische journaliste Jos Welling. Haar eerste twee boeken, aangeduid als ‘feministische thriller’, baarden veel ophef (reacties van de pers: verbluffend debuut, origineel, vaart en spanning, voortreffelijk geschreven en goed gedocumenteerd). Bij de volgende uitgaven viel de kwalificatie ‘feministisch’ af.
Bouman: ‘Het hoefde niet meer. Het clichébeeld van vrouwen in de misdaadliteratuur begon aan stukken te vallen. De vijfde misdaadroman, Roerend Goed, verscheen in 2004. Dit keer met een hoogopgeleide yup, Lisa Geesink, als hoofdpersoon. Ze zal op brute wijze geconfronteerd worden met de harde werkelijkheid.
Bouman publiceerde daarnaast korte verhalen o.a. in twee Amerikaanse bundels met verhalen van internationale misdaadauteurs. En in de bundel 11 x in de roos, misdaadverhalen uit Nederland en Vlaanderen.
Hieronder volgt een korte beschrijving van haar vijf thrillers.
Dames aan de Maas (1985). Door een ingezonden brief aan het feministische opinieweekblad Kassandra, raakt Jos Welling betrokken bij een sekte die zich tot doel stelt de mens tot optimale ontplooiing te brengen. Maar wat gebeurt er met de geronselde jonge mensen die na een aantal groepssessies worden opgenomen in het duistere hart van de beweging?
Gratis monster (1987). Een weelderig buffet op een voorlichtingsavond van de multinational Pharma Univers, veel gratis monster en cadeautjes voor de genodigde artsen. De directeur van het streekziekenhuis is vereerd dat een internationaal bekend specialiste enige maanden in zijn ziekenhuis komt werken. Maar na enkele verdachte sterfgevallen en verontrustend bijwerkingen van medicijnen gaat Jos Welling op onderzoek uit. Dat voert haar, na een lijk in haar tuin en een verdenking van moord, tenslotte naar Londen waar ze doordringt tot een ‘speciale afdeling’, en na ontdekking zelf slachtoffer wordt van een luguber medisch experiment.
De vierde wand (1995, herdruk 2002). Jos Welling komt na jaren weer in contact met een vakantieliefde die haar, onder zorgwekkende omstandigheden en in het diepste geheim op het spoor zet van een verdacht transport van Hongkong naar het Muziektheater in Amsterdam. Jos ontdekt dat ze in Lelystad verblijft, probeert haar te bereiken, maar stuit op een elektronisch beveiligd pand. Ze wordt betrapt en door een uiterst aantrekkelijke agente (een geheim agente, blijkt later), aangehouden wegens poging tot inbraak. Er vindt een onverklaarbare moord plaats in de omgeving van Jos. De intriges en verwikkelingen die volgen spelen zich af tegen de achtergrond van het harde, ook sfeervolle leven op de Amsterdamse wallen, en in het stamcafé dat Jos deelt met een verlopen acteur, een oude hoer en een eenzelvige schaakspeler. Volgens de Detective & thrillergids van Vrij Nederland: ‘Sfeer op de wallen mooi getekend, dialogen in café trefzeker en amusant, mooie spanningsboog.’
Het vege lijf (1997). Jos Welling werkt in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid aan een brochure over ‘Zegeningen van de Moderne Gezondheidszorg’ en verdiept zich daardoor steeds meer in nieuwe technologische ontwikkelingen van de geneeskunde: genetisch manipulatie, orgaantransplantatie, celimplantatie van embryonaal weefsel. Wat gebeurt er als dergelijke technieken in verkeerde handen vallen? Wat doet een maffiabaas, bijvoorbeeld, als hij een nieuw hart nodig heeft? Gaat hij op een wachtlijst staan? Ze stuit op ontstellende feiten over wereldwijde orgaanroof en -handel. Een vrouw wordt dood in de berm gevonden. Haar nieren ontbreken, blijkt later. Een jonge vrouw meldt zich regelmatig in een kliniek te Brussel waar ze telkens opnieuw een embryo levert. Op een vuilnisstortplaats buiten Brussel wordt het zwaar verminkte lijk van een jonge (mooie) politieagent gevonden. Jos Welling weet door te dringen tot de kliniek, waar het geraas van de afvalverwerkingsinstallatie het geluid van de gemanipuleerde proefdieren overstemt…
Fragment uit Het vege lijf (p. 35)
‘Krijgen die varkens dan ook menselijke eigenschappen?’
‘O ja, en wij worden meer varken, want omgekeerd wordt ook gewerkt aan een methode waarbij genen van het varken in het erfelijk materiaal van mensen worden gemanipuleerd.’
‘Dan gaan we dus op elkaar lijken?’
Anthony grijnsde. ‘Het duurt nog wel even. Maar ken je het boek Animal farm van George Orwell? Hij stond op en haalde een boek uit de kast, bladerde er even in. ‘Hier staat het, luister: De beesten keken van het varken naar de mens, en van de mens naar het varken; maar het was inmiddels onmogelijk om hen van elkaar te onderscheiden.’
Jos was er even stil van. ‘Waarom doen ze het niet met apen?’
‘Die staan te dicht bij ons.’
‘Juist daarom. Of… wordt dat te pijnlijk voor ons?’
‘Ja, ethisch onaanvaardbaar noemen ze dat,’ spotte Anthony.
‘Maar er zijn ook medische argumenten. Juist omdat de aap inderdaad dichter bij de mens staat, is de kans op infectie groter. We weten nog te weinig over de ontwikkeling van apenvirussen in het menselijk lichaam. Maar hetzelfde virus dat voor de chimpansee onschuldig is kan voor ons dodelijk zijn.’ […]
Overal zag ze varkens in de stad, terwijl ze wat rondfietste.Haar nieuwste misdaadroman, Roerend goed (2004), gaat over vrouwenhandel. Lisa Geesink, op hoog niveau werkzaam in de welzijnszorg, raakt betrokken bij de moord op drie van haar medebewoners in de prestigieuze woontoren De Balearen. Het begint met de onnatuurlijke dood van de wat eigenaardige projectontwikkelaar John Molenaar. Een etmaal later wordt haar huisgenoot, financieel expert Erwin van Laer, in zijn eigen bed op brute wijze om het leven gebracht. Lisa is ervan overtuigd dat Erwin door zijn minnares Veronica is vermoord, maar de politie denkt daar anders over. Er volgt een derde slachtoffer. Geesink gaat op onderzoek uit, raakt in conflict met de politie en met haar eigen rigide opvattingen, als ze zich na een bezoek aan een seksboerderij ontfermt over een vluchtend kind. Ze overleeft ternauwernood een ontvoering en wordt geconfronteerd met de harde werkelijkheid tot in de diepste lagen van de onderwereld.
De politie, inmiddels op het spoor van een grootschalige bouwfraude, ontdekt dat het zwarte geld via een internationaal crimineel netwerk doorstroomt naar de meest rendabele investering: vrouwenhandel.Van haar andere werk zijn de romans Lindeboom en Het bomentheater van belang. Lindeboom gaat over twee vrouwen en een man die een goed onderhouden buitenhuis van een gemeenschappelijke tante erven. Ze besluiten het bezit zoveel mogelijk volgens de joyeuze levensstijl van de tante in stand te houden. Ze slagen er niet in. Het is een boek over illusies, liefde en verlies. In Het bomentheater wordt een vrouw geconfronteerd met de naderende dood van haar moeder. Ze beseft dat ze nooit contact met haar heeft gehad en denkt terug aan haar jeugd en haar kortstondige huwelijk met een schilder.
De dood van een kroonprins (2002) is het resultaat van een samenwerking tussen tien auteurs: Tomas Ross, Lydia Rood, Ina Bouman, Felix Thijssen, Roel Janssen, Maarten ’t Hart, René Appel, Peter de Zwaan, Rinus Ferdinandusse en Henk Apotheker. Elke schrijver nam één hoofdstuk voor zijn rekening. Aan dit boek is een prijsvraag verbonden. Men dient antwoord te geven op de vraag welke auteur welk hoofdstuk schreef. Inzendingen voor 20 juni 2002. Details zijn te vinden op www.dedoodvandekroonprins.nl.
Over het verhaal: Bert Zoutkamp heeft zich opgewerkt tot kroonprins en partij-ideoloog van de Partij van de Arbeid: een jongen uit het volk, die ‘altijd gewoon is gebleven’. Na zijn succesvolle burgemeesterschap van Rotterdam wordt hij minister van Binnenlandse Zaken in het tweede kabinet Hendrikse. Een ontploffing op zijn jacht bij een tochtje op de Waddenzee maakt echter een abrupt einde aan zijn opzienbarende en ook turbulente carrière.
Journalist Joop Meijer begint op verzoek van zijn uitgever aan een biografie van deze markante politicus. Allengs merkt hij dat de dood van Zoutkamp omgeven is met een aantal raadselachtige aspecten. Wie is die man, bijvoorbeeld, die Zoutkamps dochter volgt en foto’s van haar maakt? Waarom willen ambtenaren die aanvankelijk hun medewerking toezegden, niet meer praten met Meijer? En wat heeft een villa in Zuid-Afrika met Zoutkamps dood te maken?Werk (thrillers): Dames aan de Maas (1985); Gratis monster (1987); De vierde wand (1995, herdruk als pocket 2002); Het vege lijf (1997); Korte verhalen in Death Cruise, crime stories on the open seas en in de bundel: 11 x in de roos, misdaadverhalen uit Nederland en Vlaanderen. Haar eerste twee misdaadromans zijn vertaald in het Duits, resp. als Nebenwirkung (1996) en Willenlos (1997); De dood van een kroonprins (2002, met 9 andere auteurs); Roerend goed (2004).
Ander werk: Lindeboom (1991, roman); Het bomentheater (1999, roman); Vierhandig (toneel).